woensdag 15 oktober 2014

De legende van het engelenhuisje

Eén van de kleinste huizen van Brugge is wellicht het sierlijke huisje “de zes engeltjes”  in de Schaarstraat 54. Boven het venster stak vroeger een eiken balk waarvan de schuinoplopende onderkant versierd is met houtsnijwerk: drie wapenschilden worden door zes engeltjes opgehouden. De 15de eeuwse gebeeldhouwde balk – vermoedelijk afkomstig van de Florentijnse loge – is bij de restauratie van het huis in 1989 opgenomen in de verzameling van de Stichting Baron Jean van Caloen in het kasteel van Loppem.


De balk in het kasteel van Loppem


De legende 

Lang geleden, in de zestiende eeuw, woonde in dit huisje een eenvoudige tuinier samen met zijn vrouw en zijn dochter Reinildis. 

De buurt was lang nog niet zo bebouwd als nu. Er waren veel weilanden en groentetuinen. Hoe de tuinman zich ook uitsloofde, veel verdiende hij niet. Bijna dagelijks trok hij naar de markt met wat fruit,  rapen en kolen, en vooral veel uien en bonen.

Maar als het winter werd, en de sneeuw lag over de velden, dan was er als tuinman zo goed als niets te verdienen.  Ze waren al blij dat ze een armzalig huisje hadden om in te wonen, want in de stad zwierven ook veel daklozen door de straten. Veel huizen stonden er- net als dat van hen - vervallen en armtierig bij.

Reinildis was een beeld van een meisje. Ze was jong, bevallig, had een zacht karakter en was bovendien zeer naarstig. De jongens floten haar na toen ze met haar vader meeging naar de markt. Ze genoot ervan maar het deed haar tegelijk blozen, want ze was eigenlijk heel verlegen.



Toen ze wat ouder werd mocht ze al eens alleen met de koopwaar naar de markt gaan, want vader had al gemerkt dat de mensen graag van haar kochten. Zo gebeurde het dat, op een dag, een jonge edelman haar kraampje passeerde en wat appelen wilde kopen. De jonge man was zo rijk en knap dat Reinildis hem bijna niet durfde aan te kijken.  


Maar toen hij het dubbele voor de appelen betaalde dan wat ze kostten, keek ze één ogenblik recht in zijn ogen. Ze voelde haar hartje opspringen. Maar ze sloeg haar blik onmiddellijk weer neer, want zo’n rijke jongeling… die zou toch niet … Neen, ze mocht er niet aan denken…




De dagen en weken gingen voorbij, en telkens kwam de jonge edelman terug naar haar kraampje. Op de duur keek ze elke dag uit naar zijn komst. Voor ze ’s morgens naar de markt vertrok kamde ze haar lange,  blonde haren en zocht ze het mooiste kleed uit dat ze had. En beetje bij beetje overwon ze haar verlegenheid. Ze bediende hem met haar mooiste glimlach. En geleidelijk aan werden ze bevriend. Hij noemde haar Rein, en zij noemde hem … Johannes, want dat was zijn naam.

Tot hij op een keer voorstelde om haar na de markt te vergezellen naar haar huis. “Ik zal je vader om je hand vragen” zei hij. Reinildis schrok.  “Lieve Heer, dat kan niet” zei ze, want ze was bang dat hij niet meer zou komen als hij het schamele huisje zag waar ze woonden.



De hele week zag ze hem niet meer terug, en ze wist met zichzelf geen raad. ’s Avonds kon ze de slaap niet vatten en bad ze urenlang tot Onze-Lieve-Vrouw en al de heiligen in de hemel.

Op een nacht werden haar gebeden verhoord. ’s Morgens werden de tuinman, zijn vrouw en Reinildis gewekt door de opgewonden kreten van de buurtbewoners. Hun huisje, dat er de avond voordien nog heel bouwvallig had bijgestaan, stond mooi recht en vertoonde nergens nog een barst of een spleet. Het had grote ramen met gekleurde glas-in-lood ruitjes en boven het grootste raam zat een prachtig gebeeldhouwde balk.

Op die balk waren drie wapenschilden en zes engeltjes te zien. De tuinman stond met open mond te kijken. Hun schamele huis was niet meer te herkennen. Hij had er geen idee van hoe dit had kunnen gebeuren. “Er is een mirakel gebeurd”, riepen de mensen in koor, en de hele buurt wilde het huis van binnen en van buiten zien.




De zes engeltjes. Klik op de afbeeldingen om ze in detail te bekijken.


Reinildis trok die dag opnieuw naar de markt. Ze kon Johannes maar niet uit haar hoofd zetten. Zou ze hem ooit nog terugzien? En waarachtig! Ze was nog maar net op de markt aangekomen toen hij er al aankwam.

Weer vroeg hij haar te mogen vergezellen naar huis. Reinildis besefte dat Onze-Lieve-Vrouw haar gebeden verhoord had. Nu kon ze Johannes aan haar ouders kunnen voorstellen en hij zou haar ten huwelijk vragen.

Zij hielden veel van elkaar en enkele weken later werd in Brugge een groots trouwfeest gevierd. “Nooit was er in Brugge een mooier feest” werd er gezegd. Ze woonden op zijn kasteel, even buiten Brugge, en haar vader mocht de kasteeltuin onderhouden. Haar moeder mocht haar bijstaan in het huishouden. Maar de tuinman en zijn vrouw bleven wel in hun huisje in de Schaarstraat wonen, want sindsdien had iedereen het over “het engelenhuisje”.
En Reinilde en Johannes? Ze kregen zes engeltjes van kinderen…

Het Engelenhuisje

De woning in de Schaarstraat op nr. 54 wordt weleens het 'Engelenhuisje' genoemd. In de 17de-eeuwse trapgevel bevond zich namelijk een houten balk met gebeeldhouwe engelen die nog dateert van de 15de eeuw. Deze werd op het eind van de 19de eeuw in de gevel geplaatst en zou afkomstig zijn van het huis der Florentijnen op de hoek van de Academiestraat en de Vlamingstraat.


Het huis staat ook afgebeeld op de kaart van Marcus Gerards uit 1562. De Schaarstraat heette destijds blijkbaar Den Hoije. Het staat tussen de Violierstraat en de Vizierstraat die ook al op de kaart van Marcus Gerards onder de naam “Violierstraete” en “t Visier Straetken” voorkomen.




Bij de restauratie van het huis in 1989 is de sierlijke balk verwijderd en opgenomen in de verzameling van de Stichting Baron Jean van Caloen in het kasteel van Loppem.

We kregen de toelating om de balk in het kasteel te bezichtigen én te fotograferen. Waarvoor dank aan de Stichting Baron Jean van Caloen.

Het kasteel van Loppem

Het Kasteel van Loppem is een neogotisch kasteel met walgracht, uit de 19de eeuw, gelegen te Zedelgem-Loppem.

Het kasteel van Loppem is het enige kasteel in België waarvan de architectuur en het interieur volledig in hun oorspronkelijke staat zijn behouden. Het kasteel herbergt een grote kunstcollectie.



In 1856 wordt door baron Charles van Caloen en zijn echtgenote gravin Savina de Gourcy Serainchamps de opdracht tot de bouw van een nieuw kasteel gegeven aan de Engelse architect Edward Welby Pugin. Deze taak wordt drie jaar later overgenomen door Jean Bethune. Hij geeft het kasteel een Vlaams karakter aan de toen heersende neogotiek.

Het kasteel speelde een voorname rol in de politieke geschiedenis van België aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Van 24 oktober tot 25 november 1918 verbleven Koning Albert I en Koningin Elisabeth in het kasteel, wat er meteen het hoofdkwartier van het Belgisch leger en de zetel van de uitvoerende macht van maakte.

Was de koning al op 22 november met zijn onmiddellijke medewerkers in Brussel aangekomen, waar hij de verenigde Kamers toesprak, koning Elisabeth en het koninklijk gevolg verlieten het kasteel van Loppem op maandag 25 november. De eigenaar van het kasteel, Albert van Caloen, was er zich van bewust dat Loppem dagen van historisch belang had beleefd.

Baron Jean van Caloen was de laatste effectieve bewoner van het kasteel. Hij voorzag dat de volgende generaties er niet meer zouden willen in wonen en stichtte in 1952 de vereniging 'Stichting van Caloen' die eigenaar werd van kasteel en park.

In 1985 werd het kasteel als monument beschermd. Het park werd vanaf 1974 voor de symbolische frank verhuurd aan de gemeente, die het onderhoudt en openstelt voor het publiek. Het kasteel wordt onderhouden en opengesteld door de Stichting. (bron: Wikipedia)
Het kasteel en het park zijn een bezoek meer dan waard!
Info: http://www.kasteelvanloppem.be/


Engelen in Brugge

Ook op diverse andere  plaatsen in Brugge vinden we afbeeldingen van Engelen terug. De mooiste is wellicht de aartsengel Michaël op het huidige hotel Dukes Palace. Het dak van het Brugse stadhuis is eveneens versierd met gouden engeltjes.  Op het Provinciaal Hof op de Markt staat een koperen Sint-Michael.



Aartsengel Michaël op het voormalige Prinsenhof

Aartengel Michaël op het Provinciaal Hof


Maar ook in de Cordoeanierstraat nr 9 is in een gevelsteen te zien met de aartsengel Michaël.


Daarnaast hebben we natuurlijk de engeltjes in de Hof Arents, de boodschap van de engel Gabriël aan Maria in de Eekhoutstraat nr 4, de engel aan het grote Tolhuis (Jan van Eyckplein), de engelen boven de ingang van de bloedkapel, in het wapen van de goudsmeden in de Hoogstraat12, in de voorgevel van het hoekhuis in de Katelijnestraat 43, in de Clarastraat, onder het beeld van de H. Laurentius op de Burg, enz…





Jan van Eyckplein

Eekhoutstraat 4 - Annunciatie

Clarastraat (foto: Roland van de Walle)

Hoogstraat (foto: Rudy Vandeputte)
Katelijnestraat - Annunciatie

© Marc Willems (2014)
                                        brugse.legenden@gmail.com



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.