Vanaf het ogenblik
dat de schemering invalt tot omstreeks middernacht dwaalt de Witte Dame in de
buurt van het Minnewater rond. Velen hebben haar al gezien, weinigen durven er
over praten…
Nu nog weten
oudere Bruggelingen te vertellen dat ze een Schotse lady was, gehuwd met een Franse
officier. Maar op een dag was haar echtgenoot plotseling verdwenen. Er werd
gefluisterd dat zij hem eerst bedrogen en betoverd en nadien vergiftigd had.
Het waren maar geruchten, maar je weet hoe dat gaat… hoe meer er gefluisterd
werd hoe meer het gerucht voor waar werd aangenomen.
Hoe de dame in
Brugge verzeild was, wist niemand. Ze had weinig contact met de stedelingen.
Na de dood van
haar echtgenoot ging ze een teruggetrokken leven leiden in het Brugse Begijnhof.
Slechts heel af en toe, na de mis, wisselde ze enkele woorden met de andere
vrouwen die er woonden. Soms loerde ze ongeduldig door de gordijntjes, alsof ze
nog iemand verwachtte, maar nooit kreeg ze bezoek. Ze ging vaak moederziel
alleen in de stad wandelen. Men zag haar soms onder de bomen aan de Dijver, maar
haar geliefkoosde plekje was de oever van het Minnewater en het Netelbos. Dat
is het huidige Minnewaterpark. In de winter droeg ze altijd een lange vaalwitte
mantel, in de zomer vaak een lang wit kleed, en dan had ze altijd een witte
parasol in de hand. Ze werd gniffelend “de witte dame” genoemd.
Op een dag verdween ze. Het had dagen geduurd voor men besefte dat ze weg was. Men stelde een onderzoek in maar werd niet veel wijzer. Het huisje dat ze huurde was een toonbeeld van netheid en orde. Overal stonden portretten van haar Franse officier. Op de tafel stond nog een open inktpot. Er lag een briefje naast. Een soort afscheidsboodschap: ”Ik ga mijn lieve druïde zoeken. Vaarwel!”
Op een dag verdween ze. Het had dagen geduurd voor men besefte dat ze weg was. Men stelde een onderzoek in maar werd niet veel wijzer. Het huisje dat ze huurde was een toonbeeld van netheid en orde. Overal stonden portretten van haar Franse officier. Op de tafel stond nog een open inktpot. Er lag een briefje naast. Een soort afscheidsboodschap: ”Ik ga mijn lieve druïde zoeken. Vaarwel!”
Het mysterie van haar verdwijning werd nooit opgelost. Tevergeefs werd zelfs
het Minnewater afgedregd. Maar als het donker is wordt haar schim hier en daar in
het Minnewaterpark en aan het Minnewater opgemerkt. Soms staat ze op de brug over het Minnewater,
of duikt ze plotseling – geheel in het wit gekleed - achter een struik of een
hoge boom op. Ze zwaait dan verlegen en vraagt smekend: “O lieve druïde, kom toch mee met mij.”
Van wie het ooit deed heeft men nadien nooit een spoor
teruggevonden. De anderen durven er
nauwelijks over vertellen.
Zou in het Minnewaterpark, in lang vergeten tijden, soms een druïdenbos geweest zijn? Ligt de Franse officier er begraven? Is ze de “Vrouwe van het Meer”, op zoek naar Merlijn? Of is ze één van de “witte wieven” die vroeger aan het Minnewater en het in het Netelbos ronddwaalden?
Zou in het Minnewaterpark, in lang vergeten tijden, soms een druïdenbos geweest zijn? Ligt de Franse officier er begraven? Is ze de “Vrouwe van het Meer”, op zoek naar Merlijn? Of is ze één van de “witte wieven” die vroeger aan het Minnewater en het in het Netelbos ronddwaalden?
De
Vrouwe van het Meer
De “Vrouwe van het Meer” komt als personage voor in diverse verhalen
over de legende van Koning Arthur. De Vrouwe in kwestie komt voorbij wanneer
het zwaard Excalibur aan Koning Arthur wordt gegeven en wanneer de stervende
koning naar Avalon wordt gebracht na de Slag bij Camlann. Ze zou de druïde, Merlijn, hebben verleid en zijn geliefde
zijn geweest.
De
witte vrouw van het gebroken slot.
Over de brokkelige muren van het stukgeschoten kasteel
- het “Gebroken Slot” - bij Grubbenvorst zweeft
een witte dame rond, een vrouw die altijd een wit lijkkleed draagt, want
eens zou zij ervoor hebben gezorgd dat iemand op het “Gebroken Slot” werd
vermoord.
Op de ruïne is het enige wat men van haar kan vinden
een klein wit pijpje waarmee zij rookt. Alleen 's nachts kan men het spook
ontmoeten.
Het moet op zekere nacht gebeurd zijn dat een boer, die
gezellig had zitten kletsen bij de buren, opstapte. Zijn buurvrouw waarschuwde
hem dat hij niet langs de ruïne moest lopen. `Ik ben voor geen tienduizend witte wijven bang, als ge dat soms
bedoelt,' zei de boer. En hij vertrok. Hij draaide zich nog eens om en riep
lachend: `Ik zal nog even met dat spook
gaan dansen!' Angstig keken de buren hem na.
Intussen wandelde de boer op zijn gemak naar huis. Toen
hij in de buurt van de ruïne van het Gebroken Slot kwam, voelde hij zijn hart
toch wat sneller kloppen. Het was er akelig stil. Plotseling zag hij een witte
verschijning op de oude muren van het kasteel. De ‘witte dame’ kwam recht op
hem af, greep hem plotsklaps vast en draaide met hem in het rond, zonder ook
maar iets te zeggen.
De boer schrok zich een ongeluk. Hij moest dansen met
de witte vrouw, of hij wilde of niet. Het werd een vreselijke dans, want de
volgende dag vond zijn buurman hem dood bij de ruïne. Er lag alleen maar een
klein wit pijpje naast hem.
Sindsdien zal niemand het 's avonds of 's nachts in
zijn hoofd halen langs de ruïne van het “Gebroken Slot” te lopen...
De
witte wieven.
De legende van de Witte Dame doet ook denken aan de witte
wieven. Dat zijn mythische wezens. Het is de naam voor vrouwenfiguren die in
sagen voorkomen en soms goedaardig, soms kwaadaardig zijn.
De witte wieven dansen over de heide of in het bos,
hebben hun geld in hunebedden opgeborgen en weten precies waar kostbaarheden zijn
verborgen in het bos. Ook komen de witte wieven voor bij moerassen.
Volgens de overlevering gaan ze vrijwel altijd in het
wit of vuilwit gekleed, wat de naam zou verklaren. Er wordt een verband gelegd
met wetende wijven, dus waarzegsters. In België is ‘Madame Blanche’ trouwens een synoniem voor een waarzegster. In
Engeland zijn sagen bekend van ‘white
women’, ook zij voorspellen geboorte en dood. De ‘banshees’ in Ierland voorspellen eveneens de dood, en in Duitsland kent
men de ‘Weiße Frauen’
.
.
Witte wieven werden ook wel als de geesten van heksen
gezien of als andere vrouwen die kwaad gedaan hadden. Behalve in hunebedden
zouden de witte wieven in kleine heuveltjes en terpen hebben gewoond. Ze hadden
daar de in- en uitgang naar hun holen.
's Nachts kwamen ze langzaam zwevend tevoorschijn. In
Overijsselse sagen zijn witte wieven feeën die verschijnen als witte nevels op
heide en moerasgronden. Ze verleiden mensen ze te volgen, met als resultaat dat
deze mensen voor altijd verdwijnen. Dit kan een verzachte versie zijn van het
thema van witte wieven als aankondigers van de dood.
Het Minnewater te Brugge
Het huidige Minnewaterpark te Brugge
(foto:Emy Daelemans)
(foto:Emy Daelemans)
© Marc Willems (2014)
brugse.legenden@gmail.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.