woensdag 3 december 2014

De legende van de duivelse pruikenmaker.

Er bestaat een mooie legende over de duivelse pruikenmaker van Brugge. We vonden een oude versie van de legende in de Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letteren. We willen u de originele tekst (mèt verouderde spelling) niet onthouden…

Van een Brugschen pruikenmaker.

’t Is al lange, lange geleden, dat er te Brugge een pruikenmaker woonde, Baert met name, die overal voor een eersten stielman bekend was, om het opmaken van zijne schoone pruiken. Alhoewel hij met vier knechten wrocht, toch kon hij moeilijk zijne bestellingen afgedaan krijgen.

Nu, op een zekeren dag kwam er een rijke koopman uit stad om eene nieuwe pruike te bestellen, en zei: “Meester, mijn moeie is overleden en wordt morgen begraven, ik moet naar den dienst, past me eens een nieuwe pruike op”.

Jammer genoeg, er was geen enkele pruike die hem paste.

Hewel”, zei de koopman, “ge moet me kost wat kost tegen morgen voor den negenen eene nieuwe pruike thuis doen bestellen.

Wat? morgen?”, zei de pruikenman, “dat is onmogelijk.

En ik moet er een hebben, zeg ik u”, wedervoer de andere, “ik ben een oude klant van 't huis en ge moet me vooruit en vooral dienen.”

Dat is onmogelijk!”

“Als het alzoo is, dan ga ik op een ander” en daarop wilde de koopman vertrekken.

Toen is er een der knechten recht gesprongen en zeide tegen den baas: “Ik wil het aangaan om tegen morgen ten achten, de schoonste pruike van de wereld te maken!”

“Ge zijt zot!” zei de baas.

“Man”, sprak de koopman tot den knecht, “als ge dat kunt, geef ik u eene kroon drinkgeld en aan uw baas het dubbele van de weerde.”

“Nu, als gij toch naar de mane wilt reiken, gij kunt het probeeren.” sprak de baas.

“Goed”, zei de knecht, “geef mij maar het alaam en het haar, een kamertje waar dat ik alleen werken zal, en dat er mij maar niemand kome storen.”

De baas sloeg toe en de koopman vertrok. De knecht trok naar boven, sloot zijne kamer en van den geheelen dag en zag noch en hoorde men hem niet.
Het schijnt dat de vrouwen niet nieuwsgierig en zijn! maar het wijf van de pruikenmaker die was van een andere soorte. De werkwinkel was juist boven hare kamer, en dat was daar nu zoo stille, en z' en hoorde daar niet 't minste geruchte, en ze kon dat nu niet uitzweeten.

“Maar, zegt ze tegen Baert, haren man, “We moeten toch een keer gaan zien, want 't is er stille lijk de dood.”

“Wacht, 'k ga een keer gaan inspecteeren.” zei Baert, en hij ging de trappen op.

“Geen geruchte maken”, zei het wijf, “doe uwe schoenen af en kijkt voorzichtig door 't slotergatje.”

Pas was hij boven, of hij was weer beneden: “Jemenis, jemenis, 'k ben dood, 'k en kan 't u niet zeggen, gaat zelve gaan kijken.”

Maar pas was 't vrouwmensch boven, of ze was ook weere beneên en stond daar geheel verschuwd. 't Werkvolk sprong bij en vroeg wat er gebeurde.
“Gaat zelf gaan zien,” kreunde ze.

De meesterknecht liep eerst, maar was even rap weer, evenals de andere knechten, en de maarte ook die van haren sis viel. Zij hadden hun maat gezapig vinden slapen, een honderd kaboutermannetjes liepen rond den pruikenstoel, de eene om de haartjes vast te zetten, de andere om te krullen en te poeieren. Ge kunt denken hoe dat al kop over eersgat stond bij den pruikenier!

“God beware me van zoo 'n duivel in mijn huis, 'k ga de politie halen en den pastor doen komen om dat kwaad uit mijn huis te doen lezen!”

“En doet dat niet”, zei 't wijf, “geheel de stad zal 't weten en ons huis zou op een slechten naam komen.”

“Ik Ga me een dag overpeinzen”, zei de baas.

Niemand die een oog kon slapen, ze zagen een duivel met hoorns en een peerdesteert, en honderd kaboutermannetjes die er rond dansten, als het twaalf ure op den torre sloeg.

's Anderendaags waren ze allen aan 't koffiedrinken, de deure ging open en de knecht stond daar met de pruik in de hand. Iedereen miek zijn kruis zonder hem te bezien.

“Hier is de pruik, meester”, zeide hij, “het is een echt meesterstuk, kijkt maar!”.

“ ‘k Geloove het wel” , zei Baert al zijn kruis makende, “loop ze maar zeere naar den koopman dragen.”

“Goed, ik zal ze hem dragen…” en weg was hij.

“God zij gedankt dat die tooverij uit mijn huis is”, zei Baert met een verzuchting.  “Als hij weer komt krijgt hij zijnen pak.”

Intusschen miek hij de rekening op van zijn kwaden knecht, die daar al seffens weer was.

“Baas”, sprak hij, “hier is de dubbele weerde van de pruike en daarbij kreeg ik nog een schoone kroone toe. Dat is tenminste een groote daghuur, hé?”
“ 't Is goed, 't is goed” , zei de baas, “steek maar al dit geld in uwen zak, dat heb ik niet van doen.”

“Stille, stille, om de liefde Gods”, vezelde zijn wijf.

“Ja, ja, zakt het maar, ge werkt goed, maar 'k en heb geen werk meer om u te gebruiken, en 't is daarom dat ik afdank.”

“Maar zwijg toch”, vezelde het wijf met den angst op het lijf.”

Ja, ja, ga nu maar voort en dat den hemel u zegene!”

't Is goed” , zei de werkman met een spotlach, “maar ge zult het later duur betalen.” Hij sloeg zijn muts op zijn kop en vertrok naar de koopman met de pruik.

De endsklokke luidde en de koopman met zijn pruik aan, nam hoed en stok en ging ter kerk. Maar kijk, nauwelijks heeft hij wijwater genomen en aan zijn voorhoofd gebracht, of, o wonder, al de haartjes van zijne pruik vielen een na een eruit, en hij stond daar klets, met de grijsde voering op zijn kop. De menschen in de kerke en konden het niet uithouden, en 't was een kijken en lachen dat het een oneere was. En de straatjongens liepen hem achterna in stad al lachen en schimpen. De koopman kwam meer dood dan levend thuis, hij schreef een aanklacht naar het gerecht en beschuldigde den pruikmaker van tooverij, eischende dat Baert en zijn knecht streng zouden gestraft worden.

Zij kwamen voor het gerecht. De pruikemaker kon zijn onschuld bewijzen, maar de knecht wierd gestraft. Maar wat Baert ook al deed, de pruikenwinkel werd toch door de klanten verlaten.

De baas en zijn vrouw waren zeer benauwd om de dreigementen van hun boozen knecht en spanden alle middels in om hem terug te vinden. Maar 't is al verloren moeite geweest, ze hebben hem nooit meer gehoord noch gezien.
(A. Verwaetermeulen.)

Bijschrift toevoegen

Waarom dragen mensen pruiken?

Aan het einde van de 17de eeuw droeg de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) lange pruiken met weelderige krullen. Dus schoor iedere modegevoelige man in Europa het haar kort en spoedde zich naar de pruikenmaker voor zo’n zelfde 'allongepruik'.

Zo begon de pruikentijd die tot in de 19de eeuw zou duren. Welgestelde heren kochten een pruik van vrouwenhaar; mannen met een plattere beurs namen genoegen met een exemplaar van paardenhaar.

In de 18de eeuw volgden allerlei soorten pruiken elkaar in snel tempo op, soms gecombineerd met het eigen haar. Ook werd het mode de pruik met een soort zalf te pommaderen en vervolgens te poederen. Op herenportretten uit de 18de eeuw is daarom op de schouders vaak wat wit rijstpoeder te zien.
Tegenwoordig zijn er zoveel redenen om een pruik te dragen. Er zijn mensen met haar-en huidproblemen, kaalheid door ziekte of medicijngebruik, hormonale kaalheid, showpruiken voor theater, film, televisie en entertainment... Pruiken om iemand tijdelijk te transformeren en pruiken om mensen mee te animeren. Pruiken zijn voor sommige mensen een noodzaak en voor anderen een fantastische aanvulling.
(bron: Het Pruykenhuys, http://www.hetpruykenhuyswebshop.nl/)


Lodewijk XIV van Frankrijk


Scharminka-B Brugge

Nog meer schitteren op een podium? De show stelen op dat feestje morgen? Of een natuurlijk ogende pruik waarvan iedereen denkt dat het uw echte haar is? Bij Scharminka vindt u pruiken voor alle gelegenheden. U koopt of huurt er pruiken, snorren, baarden en bakkebaarden voor toneel, stoeten, feesten en operettes. Koop of huur eens een pruik!
Bezoek de shop in de Bareelstraat 16, 8000 Brugge.
Of bel voor een afspraak: 050 58 09 29.

het pruikenhuis Tourlamain

Langestraat 48 - 8000 Brugge - 050 95 04 30
De zoektocht naar een pruik is bij vele gelegenheden niet meteen een bezigheid die u graag onderneemt. Bij ziekte, haaruitval of andere oorzaken is het vinden van een perfecte pruik soms een nare bijkomstigheid. Maar een juist passende pruik kan uw zelfbeeld en aanzien meteen weer verbeteren. Om tot een sluitende oplossing te komen, moet u daarom langsgaan bij het Pruikenhuis Tourlamain in Brugge. Vanuit verschillende uithoeken hebben klanten reeds ontdekt dat wij alles in huis hebben om u persoonlijk en gemoedelijk op te vangen.

In ons pruikenhuis te Brugge kunnen wij beroep doen op 46 jaar aan ervaring. Op die manier zoeken en vinden wij altijd de meest perfecte oplossing voor uw haarprobleem. Naast de vele jaren aan opgebouwde ervaring beschikt onze zaakvoerder over verschillende referenties in dit vak.
http://www.pruikenhuis-tourlamain.be/

W.A. Mozart in de pruikentijd
© Marc Willems (2014)
                                        brugse.legenden@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.