Dat het in de hel krioelt van de duivels weten we
allemaal, maar wist u dat het ook in ’t vagevuur aardig kan spoken?
Aan de Spinolarei nummer zestien staat het huis ’t Vaeghevier genaamd. De laatste jaren
stond het pand te vervallen. In 2011 werd het zelfs een keer gekraakt. Ook in
het begin van vorige eeuw stond het een tijd leeg en gebeurden er vreemde
dingen…
Vroeger had er een oude muzikante in het huis gewoond.
Een statige, grijze dame van negentig jaar die nog elke dag musiceerde. Ze
speelde viool, cello, klavecimbel en… piano. Maar sinds haar dood keek geen
mens meer om naar het huis. Kwajongens hadden al een ruit op de eerste
verdieping ingegooid. Binnen stond de schimmel op de muren van de vochtigheid.
Alle meubels waren uit het huis weggehaald. Op één van
de kamers echter was een oude vleugelpiano blijven staan. Sommigen zegden dat
het instrument te zwaar of te oud was om nog te verhuizen, anderen beweerden
dat er met de piano iets niet pluis was. Het klavierdeksel stond opengeslagen
en voor de piano stond een volhouten, in de hoogte verstelbaar tabouretje met
een lederen kussentje. Op de vleugel stond een driearmige kandelaar met drie
half opgebrande, witte kaarsen…
Op een nacht hoorden de buren zachte pianomuziek in de
belendende kamer. In het begin sloegen ze er geen acht op want de oude
buurvrouw zat vroeger zo vaak te spelen dat ze het geluid van de piano gewoon
waren. Maar de volgende nacht hoorden ze de muziek opnieuw. “Wat vreemd”, zeiden ze, “wie speelt er nu ’s nachts muziek in dat
leegstaand huis?”
Al gauw deed het verhaal van de nachtelijke muziek de
ronde. Een aantal nieuwsgierigen liet er zelfs zijn slaap voor om midden in de
nacht op straat naar de muziek te komen luisteren. Niemand begreep er wat van.
Eén van hen – een bakker die tijdens de zondagsmis het
orgel in de Sint-Walburgakerk bespeelde – hoorde zelfs dat het telkenmale om
"Eine kleine Nachtmusik"
van Mozart ging.
Nieuwsgierig als hij was schoof hij op een nacht uit
zijn bed, trok een warme mantel boven zijn pyjama aan, en ging op een ladder
door het kapotte venster op de eerste verdieping loeren.
Het was een pikdonkere nacht en toch was er licht boven
het klavier, want op de vleugel stond de
kandelaar nu met drie brandende kaarsen. Er was echter geen mens te zien binnen
... Toch zag de bakker duidelijk hoe de toetsen op en neer gingen op de maat en
het ritme van Mozarts compositie.
Geschrokken ging hij aan zijn vrouw vertellen wat hij
gehoord en gezien had. Zij geloofde
niets van wat hij vertelde. “Ben je gek
man, je hebt wellicht gedroomd…” zei ze.
“Maar
kom dan mee kijken”, drong hij aan. Daar was zij nu weer te bang voor. Er gebeurden namelijk nog wel meer vreemde zaken
rond de Koningsbrug. Sommigen beweerden dat ze ‘s nachts een lange, waardige
dame uit een zwarte koets zagen stappen. Als een geest schreed zij statig dwars
door de muren van huis ‘t Vaeghevier. Men zag haar wazige gedaante achter de
bestofte vensters van de bovenverdieping.
Op Kerstnacht van dat jaar was de bakker net bezig met
een baksel kerstbroden, toen hij weer het geratel van koetswielen over de keien
hoorde.
Hij kon niet laten om door zijn kelderraam te loeren. De
zwarte koets, een tweespan met prachtige pikzwarte paarden, draaide over de
Koningsbrug de Spinolarei op. Uit de koets stapte de grijze dame. Zij ging het
lege huis binnen en voor een laatste maal hoorde men “Eine kleine Nachtmusik”.
De bakker hield de adem in toen hij de dame dwars door
de gesloten deur naar buiten zag komen en opnieuw zag instappen.
Hij kon niet nalaten ze te volgen. De koets draaide de
Sint-Annarei op en plonsde toen - met paarden en al - met veel gedruis in het
water van de Reie en verdween. Nooit
heeft men de muziek nog gehoord ... Nooit
heeft men de grijze dame nog gezien ...
De volgende ochtend stond de piano nog steeds in 't Vaeghevier. Het tabouretje was
omgevallen en de kaarsen waren gedoofd. Alle snaren waren gesprongen. De
partituur was dichtgeklapt…
Geschiedenis
van de Spinolarei
Omdat de Spinolarei zich in het verlengde van de
Academiestraat bevindt, waar tevens de Genuese loge is gevestigd, rijst het
vermoeden dat de benaming van de Spinolarei verbonden is met de Genuese familie
Spinola. De waterloop langs waar het overgrote deel van de
scheepvaart gebeurde, van de Dampoort tot aan de Grote Markt, heet vanaf de
Carmersbrug tot aan de Nieuwjaarsbrug (hetgeen later het Jan van Eyckplein
werd) de Spiegelrei.
Langs beide kanten van de Reie lag vanzelfsprekend een
straat. De beide straten werden, zoals de rei zelf, Spiegelrei genoemd. Het gebrek
aan onderscheid tussen de beide oevers was blijkbaar vervelend, vandaar dat men
aan de zuidkant de Spiegelrei herdoopte tot Spinolarei.
Lang werd aangenomen dat deze nieuw verkozen naam
toegeschreven was aan het feit dat de Spaanse generaal Ambrogio Spinola er zou
gewoond hebben ten tijde van het Beleg van Oostende. Dat wordt door recent
onderzoek sterk in twijfel getrokken. Onder meer door Saar Mandonx in “La Famiglia Spinola in middeleeuws Brugge en
de naamgeving van de Spinolarei.”
De Spinolarei bij valavond (foto: N. Mispelon)
In 1816 waren stadsbestuur en provinciebestuur het er
over eens de waterloop te dempen om er een park aan te leggen. Rond 1860 waren
er opnieuw plannen om te dempen en er een nieuwe stadsschouwburg te bouwen.
Beide plannen gingen niet door. Net als langs de Spiegelrei, staan langs de Spinolarei
talrijke herenhuizen die een lange geschiedenis van koophandelsactiviteiten en
van voorname bewoning te vertellen hebben.
Huis
‘t Vaeghevier
Huis 't Vaeghevier (Spinolarei, nr. 16) ontstond door
de samenvoeging van twee diephuizen met bakstenen trapgevel uit het laatste
kwart van de 17de eeuw. In 2006 werd achter de huizen archeologisch onderzoek
uitgevoerd. De laatste jaren stonden de panden te vervallen. In 2011 werden de
panden gekraakt, waarna een overleg werd opgestart over de renovatie ervan.
huis 't Vaeghevier aan de Spinolarei
In de tuin van dit huis zijn twee 13de-eeuwse
pottenbakkersovens gevonden en dat is merkwaardig omdat tot nog toe niet bekend
was dat hier pottenbakkers woonden. Verschillende elementen wijzen erop dat we
hier met een 13de-eeuwse pottenbakkersoven te maken hebben.
Wat die benaming 't
Vaeghevier betreft, die verwijst misschien wel naar die ovens…
Tijdens het archeologisch onderzoek kwam tevens een
onvoorstelbare hoeveelheid schervenmateriaal naar boven. Het gaat om echte
stortlagen aardewerk uit de late Middeleeuwen. De drassige gronden langs de
Spinolarei blijken in de 13de eeuw plaatselijk geëgaliseerd te zijn met
pottenbakkersafval.
Eine
kleine Nachtmusik
De serenade voor strijkers nr. 13 in G majeur, KV 525
is een muziekstuk uit 1787, geschreven door Wolfgang Amadeus Mozart. Het werk
is beter bekend onder de naam Eine kleine
Nachtmusik, dat wil zeggen Een kleine serenade.
Het is geschreven voor een kamermuziekensemble
bestaande uit twee violen, altviool en cello eventueel aangevuld met een
contrabas. Het stuk wordt ook vaak uitgevoerd door strijkorkesten. Het is één
van de populairste werken van Mozart. Het is niet bekend waarom of voor wie Mozart
dit muziekstuk componeerde.
© Marc Willems (2014)
brugse.legenden@gmail.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.